vrijdag 31 augustus 2012

Virungas

 

Voor ons dé grote dag van de vakantie. De hoofdreden waarom we naar Uganda en Rwanda wilden. Vandaag gaan we op zoek naar de berggorilla’s in het Virunga gebergte. Dit vulkanisch gebergte strekt zich uit over DR Congo, Rwanda en Uganda en is een van de weinige plekken in de wereld waar de berggorilla’s nog voorkomen. Het Bwindi Impenetrable Forest is een andere plek, niet heel ver hier vandaan in het noorden. In totaal zijn er nog zo’n 800 berggorilla’s op de wereld, waarvan er zo’n 200 in Rwanda leven. Het deel van het Virunga gebergte in Rwanda ligt in het Parc des Volcans National Park. Dit is ook het gebied waar Dian Fossey haar onderzoek naar deze apen heeft gedaan. Ze ligt ergens in het park begraven, want ze is hier ook vermoord.

Na het ontbijt brengt Gerald ons naar het hoofdkantoor van het park. Daar verzamelen alle mensen die vandaag op gorilla tracking gaan. Het is een toeristische attractie van jewelste. Een uitgebreide dansgroep van een locale stam voert wat dansen uit, onder ritmisch getrommel. De toeristen staan er naar te kijken en je voelt langzaam maar zeker de spanning opbouwen bij iedereen. Als de dansers klaar zijn, verzamelen alle gidsen zich op een centraal punt. Hier krijgen ze te horen welke gorilla familie hun reizigers mogen bezoeken vandaag. Gerald is vrij laat aan de beurt en komt naar ons toe. Hij vertelt ons bij welke parkgids wij ons moeten melden. Daar verzamelt zich een groep van 7 toeristen. 5 Amerikanen en wij.

We krijgen wat uitleg over de familie en gaan dan onze jeeps weer in, op weg naar het beginpunt van de wandeling in het park. De route leidt helemaal terug naar onze lodge en voert ons letterlijk door de achtertuin van ons chalet naar een parkeerplaats aan de voet van de berg waar onze familie zich bevindt. Terwijl we uitstappen en ons groeperen, vertelt de groep van 4 Amerikanen dat ze al berggorilla’s zagen lopen toen ze over het pad langs de lodge reden. Ze liepen aan de rand van het bos, tegen de landbouwgronden aan. We huren een drager voor onze rugzak, Jimmy. Een gouden keuze, want hij zal de rest van de wandeling heel erg behulpzaam blijken bij de wat lastiger passages op onze route. Iedereen krijgt ook een wandelstok en dan gaan we op pad. Het is ondertussen half 9 geworden. Een gewapende bewaker loopt voorop, gevolgd door de gids. Dan komen wij met z’n zevenen en de groep van dragers sluit de rij. Al binnen 5 minuten is het bingo. We zien een paar berggorilla’s door de landerijen boven ons lopen. Dat zal de groep zijn die de Amerikanen vlak voor de parkeerplaats al hebben gezien. We zien 2 silverbacks in deze groep. We zien ook dat een groep toeristen zijn spullen neerzet en achter deze groep aan begint te wandelen. Zij zijn erg snel klaar vandaag. Wij moeten nog even verder, want dit blijkt onze groep niet te zijn. Maar we hebben ze toch maar mooi gezien!

De wandeling is prachtig, zeker als we eenmaal het bos betreden. Flinke stukken zijn makkelijk te belopen, maar twee hele venijnige, steile klimmetjes hakken er goed in. Tijdens die stukken zijn de dragers goud waard. Ze helpen ons door de moeilijke stukken heen en voorkomen dat mensen vallen of ongelukken krijgen. Onze groep vordert niet heel snel. Wij zijn zo’n beetje de jongsten van de groep en ook redelijk fit in vergelijking met de rest. Er worden regelmatig rustpauzes ingelast, want klimmen op deze hoogte is heel lastig. Het weer is prachtig vandaag, zeker in vergelijking met gisteren. De temperatuur is aangenaam laag en er zijn wat wolken in de lucht, zodat er wel wat zonlicht is, maar het toch niet te warm wordt.

Na zo’n anderhalf uur is het zover. We ontmoeten de trackers die in alle vroegte vandaag de gorilla’s zijn gaan zoeken en die ons per radio naar deze ontmoetingsplaats hebben gestuurd. Nu laten we onze dragers, rugzakken, water en wandelstokken achter. We staan er alleen voor op het laatste stukje, met een beetje hulp van gids en trackers. Na een paar minuten klimmen zien we de eerste berggorilla’s. Ze blijken op de ideale plek te zitten, een open stuk in het bos. Het is wel een kleine vallei, dus we moeten flink wat klimmen en dalen om ons tussen de diverse leden van de familie te bewegen. Net als bij de chimpansees mogen we ook nu maximaal een uur bij de groep blijven. Onze groep is de op één na grootste familie die bezocht kan worden en er lopen een aantal baby’s in deze groep rond. De jongste is nauwelijks 1 jaar oud. gorillas 4 RonWe kijken onze ogen uit en iedereen fotografeert er op los. Het blijkt op deze locatie onmogelijk om de vereiste 7 meter afstand te houden. We kunnen vaak niet veel verder achteruit en de gorilla’s komen gewoon op ons af of lopen tussen ons door. Corinne staat op een gegeven moment op minder dan een meter afstand van een gorilla te fotograferen. Er zijn er zo verschrikkelijk veel, dat we af en toe niet weten waar we moeten kijken. Je zou willen dat je drie foto’s tegelijk naar verschillende kanten kon maken. De groep zit op zijn gemak te eten en we zien hoe ongelooflijk sterk deze beesten zijn. Met het grootste gemak rukken zelfs de kleinste gorilla’s de planten met wortel en al uit de grond waarna ze de bladeren er af eten en ze de wortels opknagen. Als de honger gestild is, worden de kleintjes speels en de ouderen wat lui. Dat levert echt prachtige plaatjes op.
Het enige wat er tot nu toe nog aan ontbreekt is de volwassen man van de groep, de silverback. Na ruim een half uur zien we hem op zijn gemak achter het bamboe bosje vandaan komen. Wat een indrukwekkende verschijning. We blijven nog even op onze plaats om van de moeders en kinderen te genieten, maar gaan voor het laatste stuk toch achter de silverback aan. In de afdaling glij ik weg en vouwt mijn rechterbeen dubbel. Mijn knie vindt dat niet fijn en ik slaak even een kreet van pijn en schrik. De gids is onmiddellijk bij me en helpt me verder. Met een klein beetje strompelen en wat onzeker op de benen kan ik wel weer verder. We komen ook heel erg dicht bij de silverback in de buurt. Ik denk niet meer dan 4 meter afstand op een gegeven moment. Als we boven hem langs lopen, hou ik me angstvallig aan wortels vast, om maar niet weg te glijden. Ik ben nog wel wat onzeker op de been op dat stuk. Je wil volgens mij echt niet tegen zo’n silverback aanglijden als je verkeerd stapt. Lijkt me een pijnlijke ervaring.

Als de gids ons meldt dat ons uur op is en dat we de laatste plaatjes moeten schieten komt de silverback achter ons aan. Ik sta op een gegeven moment het dichtst bij hem en kan een paar prachtige foto’s schieten. Hij komt gelukkig niet veel verder op ons af, maar gaat iets boven ons lopen. Als ik omkijk, zie ik hem op een paar meter afstand recht achter me liggen, op zijn dooie gemak in de struiken.

Kigali

 

De grensovergang tussen Uganda en Rwanda is druk en heel rommelig. Uiteindelijk doen we er een uur over om Uganda uit te gaan (kwestie van een paar minuten) en Rwanda in te komen (kwestie van ruim een half uur). We hadden voor de reis al onze visa voor Rwanda via internet aangevraagd en ze bijna per kerende post per e-mail ontvangen. Bij de grens gaat het echter niet zo snel. Daar moet alles minstens drie keer gecheckt worden en stempelen de grenswakers zich rot op de papieren. We blijken onze formulieren voor immigratie ook niet goed ingevuld te hebben. Bij beroep hebben we namelijk ‘ambtenaar’ ingevuld, maar dat vind onze dienstdoende grenswacht niet genoeg. Hij wil weten bij welk ministerie we werken en wat we daar precies doen. Als ik hem zeg dat ik regelgeving voor luchtvaart ontwikkel, dan kijkt hij wat bedenkelijk maar besluit toch niet verder te vragen. Ik moet het wel allemaal nog even op het formulier schrijven (en dat in een vakje van 6 bij 2 cm). Uiteindelijk is alles in orde, is de kassier blij met onze $60 en krijgen we allebei een bonnetje voor de betaling. We kunnen door over een mooie asfalt weg, slingerend door het berglandschap richting Kigali.

Kigali is een echte miljoenenstad. Na de relatieve rust van de plaatsen waar de afgelopen periode geweest zijn en de rommelige en slechte wegen van Uganda is het bijna een cultuurshock om in deze stad aan te komen. We moeten een aardig eind door de stad rijden richting ons hotel: Chez Lando. Tijdens de rit krijg je een heel aardig beeld van de stad en zie je duidelijk de diverse wijken (armoedig, kantoren gebied, regeringswijk) aan je voorbij trekken. Het verkeer is ook hier chaotisch en druk, maar het lijkt allemaal wat beter geregeld te zijn. De mensen ogen al sinds de grens wat gereserveerder dan ze in Uganda zijn, maar met de achtergrond van de genocide kan ik me wel voorstellen dat de mensen zich wat voorzichtiger opstellen.

We hebben Kigali speciaal in het reisschema opgenomen om het Genocide Memorial Centre te kunnen bezoeken. Het centrum ligt midden in de stad. Gerald regelt een audio tour voor ons en we slenteren langzaam buiten over het terrein, braaf de nummers volgend. Na het buitenterrein gaan we in het gebouw verder. Buiten zien we vooral de massagraven. Er zijn hier momenteel al meer dan 250.000 mensen begraven en tot op de dag van vandaag worden nog nieuwe graven met slachtoffers gevonden. Terwijl de genocide al in 1994 heeft plaatsgevonden.

In het gebouw is een tentoonstelling ingericht over de genocide. Op grote panelen wordt ons die hele opmaat, de uitvoering en de nasleep getoond. Ik zie aangrijpende beelden van getuigenverklaringen en kinderen met open hoofdwonden van de machetes. Ik kan het niet bevatten dat mensen elkaar dit aan kunnen doen.

We zijn er stil van als we weer naar buiten komen en bij Gerald instappen.

Lake Bunyonyi


De weg naar Kabale (stad vlak bij Lake Bunyonyi) is een van de meest idiote wegen die ik ooit gereden heb. Het is de belangrijkste weg richting Rwanda en de weg wordt op het moment over vele tientallen kilometers tegelijk verbreed naar 4–baans. Alleen al het feit dat de weg over zo’n lang traject tegelijk verbreed wordt is al verbazingwekkend voor ons. Maar daar blijft het niet bij. Ugandezen zijn geboren wegpiraten en ook de professionele chauffeurs dragen over het algemeen goed bij aan deze reputatie. Om de snelheid fors te verminderen op een weg leggen ze hier zeer regelmatig van die erg oncomfortabele drempels neer. Soms zijn het 5 kleine hobbels vlak achter elkaar, soms een enkele hobbel, maar dan heel hoog. Deze weg is echt vergeven van dit soort hobbels. Bepaalde delen hebben om de 50-100 meter zo’n hobbel, en dan een paar kilometer achter elkaar. Ze werken wel, want de snelheid gaat heel drastisch omlaag. Maar het rijcomfort heeft er wel duidelijk onder te lijden. Daarnaast schiet de reistijd ook fors omhoog. Op zo’n traject is het wel grappig om te zien dat alle auto’s proberen het laagste plekje van de hobbel te ontdekken. Dat betekent dat ze op sommige plaatsen de auto’s (inclusief bussen en vrachtauto’s) wel 3-4 auto’s dik naast elkaar over een hobbel gaan. Tegenliggers worden geacht op zulke momenten wat ruimte te maken.
Hotel Lake BunyonyiOns hotel bij Lake Bunyonyi is wat vergane glorie. Je merkt aan alles dat het een flinke tijd geleden is neergezet en dat er eigenlijk alleen het aller-noodzakelijkste onderhoud aan is gedaan. Wij verblijven in een ruime cabin. Een prima kamer, maar ook hier wel wat gedateerd. De tuin om onze cabin heen is heel fraai en we hebben een prachtig uitzicht over het meer.
Voor het diner gaan we een biertje drinken in de bar. Hier zijn we echt de enige twee gasten. De barkeeper heeft niet heel veel keus staan, maar we vinden wel een biertje. Dan zet hij gezellig de muziek aan. Amerikaanse muzak die je ook op Sky Radio kan horen. Het geluid moet concurreren met de luide TV die in de aangrenzende open ruimte aan staat. We kijken elkaar aan en proesten bijna in lachen uit. Het is een heel onwerkelijke ervaring om als enige gasten in zo’n groot hotel te zitten. Gelukkig doet het personeel goed zijn best en bedient ons heel erg vriendelijk.
De volgende is een echte rustdag. We doen niet veel meer dan luieren, lezen, schrijven, tekenen en eten. Het overgrote deel van de dag is de stroom uitgevallen en de enige keer dat de generator aan gaat is als er voor ons eten gezorgd moet worden. De dag vliegt echter voorbij en we voelen ons heerlijk ontspannen aan het eind van de dag. Eén van de leukste dingen die ik die dag zie is een paar otters in het meer.


zondag 26 augustus 2012

Kyambura Gorge

Onze chimp track begint om acht uur, dus zijn we vroeg uit de veren. Het is nog wel een stukje rijden naar de Kyambura Gorge in het Queen Elizabeth National Park. Onze groep bestaat uit 6 personen. Een stel uit Italië (die zien er zeer getraind en ervaren uit), een stel uit Roemenië (die zien er minder getraind, maar wel ervaren uit) en wij (wij zien er fris en fruitig uit ;)). De gids, Patricia, legt in het kort uit wat we wel en niet moeten doen. Daarna worden we met z’n allen door onze eigen chauffeurs naar het drop-off point gebracht. Hier begint de afdaling de kloof in. De kloof is best grappig. Het landschap er omheen is namelijk een redelijk kale vlakte, een echte Afrikaanse savanne. Daar loopt ineens een kloof doorheen, in diepte variërend van 30 tot 100 meter. In deze kloof stroomt een riviertje met nijlpaarden, krokodillen, slangen en nog veel meer leuke diertjes. Rond die rivier heeft zich een bos gevormd. Maar het bos ligt dus lager dan de platte vlakte, een heel raar effect.
Eenmaal op de bodem van de kloof aangekomen gaan we op zoek naar het punt waar de gids de chimpansees de vorige middag voor het laatst gezien heeft. Ze legt uit dat ze een nieuwe track altijd op de laatste vindplaats begint. Daarna proberen we een spoor van de chimps te vinden. Bij een wankel houten bruggetje over het riviertje moeten we even wachten. De gids steekt over en zoekt aan de andere kant naar sporen. Ze komt terug en zegt dat we aan deze kant kunnen blijven. Daar zijn we niet rouwig om, want in onze fantasie zitten de krokodillen al met servetten om op ons te wachten in die rivier.
Binnen 5 minuten hoor ik voor het eerst het geschreeuw van chimpansees. Die beesten maken een herrie zeg! De groep begint wat zenuwachtig te worden. We komen in de buurt! Weer een paar minuten zien we ineens een chimpansee op het pad voor ons lopen. Hij komt ons tegemoet en stopt om eens op zijn gemak te kijken wat voor gekken er nou weer in zijn bos rondlopen. Onze groep rouleert snel van plek om de chimpansee te zien en wat plaatjes te schieten. Nadat iedereen aan bod is geweest loopt de chimpansee het bos weer in en blijkt hij het begin van een groep van in totaal 6 exemplaren te zijn. We genieten met volle teugen, zeker als we zien dat één van de moeders met een jonkie op haar rug loopt. Als alle chimpansees uit beeld zijn verdwenen gaan we achter ze aan. Iets verder op het pad komen we iets te dicht bij ze en een van de mannetjes komt dreigend op ons af. Onze gids komt onmiddellijk naar voren en houdt de chimpansee op afstand. Ze kalmeert hem uiteindelijk ook. De chimpanseefamilie is aan bezoek gewend en ze kennen de gids goed. Vandaar dat ze ons hierna gewoon vertrouwen. Uiteindelijk stoppen we op een plek waar hoog in de bomen drie leden van de groep zitten te eten. Corinne staat vlak bij een boom foto’s te maken als een chimpansee naar beneden komt. Als hij de boom verlaat, is hij zo’n 4 meter van haar vandaan. Hij gaat iets verder in het struikgewas ontspannen liggen. We krijgen heel ruim de tijd om foto’s te maken, vanaf diverse plekken. Je zou bijna denken dat deze plek speciaal voor een fotoshoot gekozen is.
Als je eenmaal een chimpansee familie gevonden hebt tijdens de track, mag je er hooguit een uur bij blijven. Dit moet er voor zorgen dat hun natuurlijk gedrag niet al te zeer verstoord wordt. Als iedereen echt alle mogelijke plaatjes heeft geschoten (geloof me, er zijn honderden foto’s van deze chimpansee gemaakt), gaan we nog even een stukje terug op het pad. Daar zitten nog twee andere leden van de familie en die willen we ook bekijken. We hadden namelijk al eerder wat heen en weer geschreeuw tussen ‘onze’ chimpansees en die andere groep gehoord.
Bij deze groep blijven we ook nog even en maken nog maar wat foto’s. Daarna is het een kleine klim weer de kloof uit en we staan op de weg. De gids had onze chauffeurs al gebeld, dus die komen bijna tegelijkertijd met ons aan. Gerald kijkt ons alleen maar aan en steekt dan zijn duim omhoog. Hij kan aan onze glimlach zien dat we de chimps uiteindelijk toch gezien hebben.
Als de eerste verhalen eenmaal gedeeld zijn merk ik dat ik de ontmoeting met de chimpansees een hele emotionele ervaring heb gevonden. Je merkt direct dat we nauw aan elkaar verwant zijn en aan allerlei dingetjes kan je zien dat ze intelligent zijn. Sommige maniertjes van ze (zoals het poseren voor de foto’s) zijn angstvallig herkenbaar voor ons mensen. Ik ben heel, heel erg blij dat we de tweede tracking hebben geboekt en uiteindelijk toch nog uitgebreid oog in oog met deze apen hebben mogen staan

Fort Portal

 

In Fort Portal verblijven we op een heel leuk adres, het Rwensori View Guesthouse, een kleinschalig opgezet guesthouse.

Na een heerlijk verfrissende douche gaan we op het centrale terras zitten met onze blogs en boeken om een biertje te drinken en te wachten op het eten. In de eetkamer staan allerlei souvenirs van lokale mensen te koop. Er zijn verschrikkelijk leuke dingen bij en de prijzen zijn ook nog eens zeer acceptabel. Al bij binnenkomst was Corinne op slag verliefd op de beeldjes van de boda-boda’s. Dat zijn brommertaxi’s die ze hier hebben. Je komt ze om de haverklap tegen onderweg, meestal volledig afgeladen met passagiers en/of bagage. Het is dat er echt niet meer dan drie mensen op kunnen (en die zitten dan heel strak tegen elkaar aan) anders hadden ze makkelijk nog meer passagiers meegenomen. Ik zie een paar beeldjes van olifanten waarvan ik graag eentje wil hebben voor mijn dierentuin in de schuifseparatiekast.

Het eten in het guesthouse is een geweldige ervaring. We krijgen verschrikkelijk veel soorten groenten opgediend en alles is even lekker. De hoeveelheid schotels is echt heel groot, ik denk dat er wel tien gerechten tegelijk aangeboden worden. Daarnaast is het heel leuk om met alle gasten tegelijk te eten. De groep is te groot voor de grote tafel, dus een Nederlands gezelschap zit aan een eigen tafel, maar voor de rest zit iedereen bij elkaar, inclusief de eigenaren van het guesthouse. We blijken de enige rondtrekkende toeristen te zijn die een ‘standaard’-safari tour doen. Iedereen kletst lekker door elkaar en we horen allerlei tips van iedereen. Wij kunnen ook al wel wat ervaringen delen, vooral met de Engelse familie. Die gaan de volgende dag door naar Murchisson Falls en vragen honderduit over de toestand van de weg en de route. We waarschuwen ze voor de weggespoelde brug op weg naar Paraa en raden ze aan dat hun chauffeur de laatste status bijtijds achterhaald. Het zou zonde zijn als je bij de brug pas merkt dat hij er niet meer is en dan alsnog om moet rijden. Zij gaan overnachten in Masindi, dus daar kunnen ze, als het nodig is, meteen aan de alternatieve route naar de safari lodges bij Paraa beginnen. Scheelt volgens mij minstens een uur rijden.

Een aardige verrassing in het guesthouse is de aanwezigheid van draadloos internet. De verbinding wordt zelfs nog gratis aangeboden ook. Eindelijk kunnen we dus een aantal blogjes posten en de familie en vrienden thuis mee laten delen in onze ervaringen tot nu toe. Gezien de snelle reacties op onze blogjes blijkt iedereen in Nederland inderdaad graag op de hoogte gehouden te willen worden van onze avonturen. De computer maakt in ieder geval overuren tijdens ons verblijf in het guesthouse.

Rwenzori Mountains

 

Na het ontbijt gaan we naar de voet van de Rwenzori Mountains. Daar maken we een rondwandeling door een lokale gemeenschap die in de heuvels daar leven. Tijdens de wandeling moeten we flink klimmen, maar dat zien we maar als training voor onze tocht naar de berggorilla’s later in de vakantie. Onderweg worden we overal begroet door groepjes kinderen (“How are you?”), die zelfs aan komen rennen als we er aan komen. Als ze zien dat we foto’s willen gaan maken, dan worden ze nog vrolijker en gaan ze in sommige gevallen echt poseren. We zwaaien ons rot tijdens deze wandeling en we lijken wel Amerikaanse celebreties met een continue aangeplakte glimlach. Bij een van de groepen kinderen suggereert Corinne dat ik de foto die ik heb gemaakt aan ze laat zien. De kinderen vinden het prachtig om zichzelf op zo’n schermpje terug te zien. Als ze de foto gezien hebben, raakt een van de meisjes heel voorzichtig mijn hand aan. Ik lach vriendelijk naar haar en ze wordt iets brutaler. Nu strijkt ze zachtjes over mijn arm, alsof ze wil voelen of zo’n blanke huid wel echt is. Het is een heel apart moment om mee te maken.

Ondertussen vertelt de gids over de gemeenschap en over de activiteiten die ze in dienst van de gemeenschap ontwikkelen, zoals dit soort wandelingen. Met de opbrengsten financieren ze allerlei zaken voor de gemeenschap, zoals scholen e.d.. De regering regelt een aantal zaken voor de mensen, maar zoiets als scholen zijn eigenlijk net niet fijn genoeg verspreid over het land, waardoor kinderen soms flinke afstanden naar school moeten lopen en dan vaak afhaken. De lokale gemeenschappen, in samenwerking met de kerk, vullen dat gat aan en zorgen voor extra scholen.

Het laatste, meest steile stuk van de klim slaan we over. We zijn niet zo van die klimgeiten en het voorgaande stuk is al behoorlijk stevig klimmen geweest. Na wat te hebben staan rusten en ons te hebben verbaasd over het gemak waarmee hele families op blote voeten deze heuvels op en af gaan, gaan we weer naar beneden. Sommige stukken gaan op het gemak, andere stukken kosten wat meer moeite. Onderweg worden we nog steeds uitbundig begroet door kinderen. Op een plek loopt het iets anders. Ik zie een jongetje op een houten step op het pad naast ons steppen. Het lijkt me een mooi plaatje op te leveren, dus ik maak een foto van de jongen. Hij schrikt daar echter zó van dat hij zijn step laat vallen en luid gillend terug naar huis rent. Daar staan de andere kinderen hem al lachend op te wachten. Ze lopen uiteindelijk met ze allen naar ons toe en daar maken we nog wat foto’s. Ondertussen zijn ook de vader en moeder tevoorschijn gekomen en die staan ook uitgebreid lachend naar ons te zwaaien. Het is de eerste en enige keer deze wandeling dat de ouders ook enthousiast naar buiten komen.

Hoima


Hoima is voor ons een tussenstop op weg naar Fort Portal. De weg tussen Murchisson Falls en Fort Portal is niet geasfalteerd en daardoor kan de totale rit tussen deze twee plaatsen makkelijk 10 uur duren.
In Hoima verblijven we in een grappig hotel, het Kontiki Hotel. De tuin ligt er prachtig bij en ze hebben een mooi, uitnodigend zwembad. De hotelkamer is dan een hele kleine tegenvaller na al dit fraais. Het slaap- en zitgedeelte is ruim, maar de badkamer is klein en wel erg basic. We hebben net aan een handdouche tot onze beschikking. Het bed is echter prima, zoals eigenlijk alle bedden wel hier in Uganda.
We nemen een duik in het zwembad en drogen langzaam op. Allebei zijn we wat stil, bezig met het verwerken van de teleurstelling van de chimp walk van vanmorgen. Het is duidelijk dat het ons toch wel behoorlijk geraakt heeft dat we de chimps niet gezien hebben. We overwegen al een beetje om een tweede chimp track in onze reis te laten inpassen.
Na het opdrogen gaan we terug naar onze kamer voor een verfrissende douche. Ik zie onmiddellijk dat het toilet lekt en Corinne ruikt direct dat het de rioolkant van het toilet is. Daar willen we dus liever niet ’s nachts doorheen banjeren als we naar het toilet gaan. Als we na het douchen in de tuin een biertje gaan drinken meld ik bij de receptie dat ons toilet lekt en dat het naar urine stinkt. Ze beloven er direct naar te gaan kijken. Na een half uur komt iemand onze sleutel terugbrengen en meldt dat het probleem met het doorspoelen is opgelost. Ik kijk hem wat vreemd aan en vertel hem dat het spoelen niet het probleem is, maar dat het toilet lekt aan de riool kant. “Dan zullen jullie een ander e kamer moeten krijgen. Ik ga even langs de manager.” Een paar minuten later komt hij terug met de mededeling dat de loodgieter zegt dat er geen enkel probleem is. Het is ondertussen bijna tijd voor ons diner dus ik zeg tegen de hotelbediende dat ik na het eten nog wel even kijk of het daadwerkelijk opgelost is en dat ik vanzelf weer voor hun neus sta als dit niet het geval blijkt te zijn.
Terwijl we zitten te eten schuift Gerald aan en vraagt hoe de kamer is. We zeggen dat die prima is, afgezien van het lekkende toilet. Hij hoort het hele verhaal aan en zegt dan dat we gewoon een andere kamer moeten krijgen. Zijn voorstel is om even in onze kamer te kijken en dan met de manager in overleg te gaan. Hij neemt onze sleutel mee en iemand van het personeel loopt meteen met hem mee. Even later komen ze terug en Gerald meldt dat mijn verhaal helemaal klopt en dat we een nieuwe kamer krijgen. De hotelbediende loopt weer met hem mee om al onze spullen te gaan verhuizen. Daarna komen ze terug aan onze tafel om de nieuwe sleutel af te geven.
In onze teleurgestelde stemming zijn we helaas vergeten om foto’s te maken, dus ook nu helaas geen foto’s bij deze lap tekst.

dinsdag 21 augustus 2012

Budongo Forest


De dag begint slecht. Even na middernacht worden we wakker van de kei- en keiharde regen op ons dak. Het komt echt met bakken, en ik bedoel hele grote bakken, neer. Na een half uur horen we ook wat gedonder, dus het onweert ook nog eens. Corinne wordt hier helemaal gelukkig van, maar niet heus. We slapen er slecht van, want de regen houdt pas om 7 uur ’s ochtends op. Tussendoor blijkt elke keer weer dat het toch weer een beetje harder kan regenen op het moment dat je denkt dat het echt niet harder kan. Denk je in het droge seizoen op reis te gaan in Uganda, blijkt het toch gewoon 7-8 uur lang met bakken naar beneden te komen. Ik heb nog nooit zulke slagregens gehoord.
Als we om een uur of 5 niet echt merken dat het droger wordt, beginnen we ons toch wel zorgen te maken over de chimpansee tracking die we in de ochtend moeten maken. Maar het is droog (nou ja, bijna) als we aan het ontbijt zitten en om 8 uur begint gewoon de briefing van onze tocht door onze gids. We zijn met een groep van 5 personen, een Ugandese vrouw, een Duits stel en wij. De gids legt uit wat de bedoeling is en wat wel en vooral ook niet moeten doen als we de chimpansees eenmaal zien. Normaliter bestaat de tocht uit een uur zoeken, dan maximaal een uur bij de chimpansees verblijven en daarna weer terug. Mocht het zoeken tegenvallen, dan kan er tot aan zo’n twee uur achter elkaar gezocht worden en als we dan nog niets hebben gevonden, dan is het jammer maar helaas maar gaan we terug zonder iets gezien te hebben.
Twee jeeps brengen ons naar de ingang van het pad waar we aan de zoektocht beginnen. Bij ons in de jeep zit een Zwitserse man die onderzoek doet naar stress bij chimpansees. Dit wordt onderzocht door de haren van de apen te bekijken en testen of daar informatie over stress in te vinden is. Blijkbaar slaan onze haren niet alleen cocaïne gebruik ook, maar dus ook informatie over stress die we ondergaan. Ik ben blij dat ik niet zo heel veel haar meer heb. J
We wandelen door een prachtig, dicht bos, vol goede moed op zoek naar sporen of geluiden van de chimpansees. Als we zo’n drie kwartier onderweg zijn, ziet de gids een vers aangegeten vrucht op de grond liggen. Terwijl hij die staat te bekijken om te zien wanneer daar aan gegeten is, valt een vergelijkbare vrucht vlak naast hem op de grond. Er is duidelijk een chimpansee ergens boven ons te vinden. Wij worden gesommeerd om op het pad te blijven staan, terwijl de gids de bush in gaat om te speuren naar de chimp die zijn hoofd bijna geraakt had. Hij vindt hem al snel en een voor een komen we naast de gids staan, turen omhoog en zien een harige zwarte bal boven in de boom zitten, zo’n 15 meter boven ons. Dat is dus een mannetjeschimpansee volgens de gids. We geloven hem en zijn blij dat we in ieder geval op het spoor zijn, want chimpansees zijn meestal niet alleen te vinden. Nadat iedereen even heeft staan kijken, gaan we weer verder over het pad. Niet veel verder zien de gids en Corinne een vrouwtjes chimpansee met een noodvaart uit een boom schieten en zich achter wat bomen en struiken verstoppen. Ik loop niet helemaal vooraan, dus ik zie een zwarte schicht uit de boom komen, vervolgens een bruine kont tussen de struiken door schieten en uiteindelijk een wat moeilijk te onderscheiden chimpansee tussen de takken door ons in de gaten houden. Eindelijk kan ik zeggen dat ik een chimpansee gezien hebt, al is het niet meteen een World press Photo waardig. Sterker nog, we hebben nog geen enkel plaatje kunnen schieten. De gids legt uit dat dit een broeds vrouwtje is, dus dat er nog genoeg mannetjes in de buurt moeten zijn. Wij als groep beginnen nu echt enthousiast te worden, want we lijken wel op het spoor van een familie te zijn. Onze gids leidt ons nu echt de bush in, zodat we in de omgeving van de twee chimpansees kunnen zoeken naar de rest. Maar het valt niet mee. We ploeteren en zwoegen door het woud. De regen is weer begonnen, maar onder het bladerdak merken we daar niet heel veel van. Het enige dat we er van merken is dat de chimpansees waarschijnlijk ergens zitten te schuilen en zich niet laten horen of zien.
Uiteindelijk dwalen we zo al met al nog een uur of twee rond, en het enige dat we nog tegenkomen zijn wat black and white colobus apen en een paar red-tailed monkeys die we van boom naar boom zien springen. Maar dus geen enkele chimpansee meer. De enige van de groep die nog een chimpansee ziet is de gids, als hij een gebied zonder ons verkent. Maar ook deze dame schiet snel voor hem weg en er is voor onze gids geen eer te behalen. Uiteindelijk besluiten we om de missie als gefaald te beschouwen (ook al hebben we anderhalve chimpansee gezien) en terug naar de weg te wandelen. De groep loopt wat gelaten en met neerhangende schouders achter elkaar aan. De teleurstelling druipt er echt van af. Onze gids merkt dit ook, want als we eenmaal bij de weg terug zijn, begint hij uitbundig uit te leggen hoe spijtig hij het vindt dat we niet veel hebben gezien en dat hij echt heel erg zijn best heeft gedaan. Eenmaal in de jeep zeggen we tegen hem dat we begrijpen dat hij er helemaal niets aan kan doen en dat de natuur zich nu eenmaal niet laat sturen. Maar we zijn wel ongelooflijk teleurgesteld en het zal nog wel even duren voordat we dat achter ons laten. Ook Gerald leeft met ons mee, maar zegt ook dat dit nu eenmaal kan gebeuren in het wild. Wij zijn er allebei van overtuigd dat het noodweer van afgelopen nacht de chimps heeft weggejaagd en dat ze daardoor ook bijna niet te horen of te zien waren tijdens onze tocht.
Terug bij de lodge vertelt de manager ons dat een brug op weg naar het pontje in Murchisson Falls NP tijdens het noodweer gewoon weggevaagd is. Mensen die nu naar de Nile Safari Lodge moeten, kunnen een omweg van zeker 100 km tegemoed zien. We zijn wel mooi op tijd uit het nationaal park weg, dat dan weer wel. Maar de lodges in dat deel van het park zullen daar nog een flinke tijd last van hebben, want een nieuwe brug ligt er niet zo een, twee, drie.
Je begrijpt dat er bij deze blog geen plaatje te plaatsen is. Bedroefde emoticon





Murchisson Falls


Gerald (onze chauffeur) is van het vroege opstaan. Hij wil de eerste dag om half 7 met de game drive beginnen. Dat betekent voor ons om 6 uur ontbijten en dus om half 6 opstaan. Inderdaad klinkt er om half 6 wat gestommel bij ons chalet (de tank voor de warme douche wordt gevuld) en even daarna is er een klopje op de deur en de mededeling dat de douche klaar is.
Alles zit wat tegen die ochtend, maar precies om 7 uur zijn we bij de kassa van het pontje dat ons naar de noordkant van de Nijl moet brengen. Maar als we bij de kade aankomen, is hij al bijna aan de overkant van de Nijl. We hebben geluk dat het die ochtend druk genoeg is om twee tochten te maken, anders hadden we tot 9 uur moeten wachten op de volgende afvaart. Eenmaal aan de overkant gaat het dak van de jeep omhoog en kan de echte safari rit beginnen.
Na onze safari in Tanzania vorig jaar zijn we heel erg verwend qua hoeveelheid wild dat we gezien hebben. Daar kan Uganda niet aan tippen, maar nog steeds zien we veel, waaronder veel nieuwe vogels. Corinne fotografeert zich dan ook rot tijdens de rit. parende leeuwHet hoogtepunt van de eerste ochtend is toch wel de twee parende leeuwen die we op het pad voor ons zien. Ze doen het op hun dooie gemak en plein public, zodat iedereen fraaie plaatjes kan schieten. Het is me gelukt om een onvervalst stuk leeuwenporno op de video vast te leggen.
In de middag doen we een bootsafari op de Nijl. Het is een geweldige ervaring om zo over de Nijl te varen en naar de dieren aan de wal en in het water te kijken. We komen zowat om in de nijlpaarden op deze tocht. Daarnaast zien we ook flink wat krokodillen, waaronder een paar heel erg grote. Een van die hele groten glijdt zelfs op een paar meter afstand van onze boot het water in. Hij was het blijkbaar zat om door ons begluurd te worden. Dan realiseer je je wel hoe dicht je bij zo’n roofdier bent. We zien ook heel erg veel vogels onderweg (helaas niet de zeer zeldzame shoebill stork) en zowaar ook twee keer een groep olifanten die aan de Nijl wat komen drinken.
Aan het eind van eerste dag spraken we nog wat na over de bootsafari met Gerald en hij had goed onthouden dat Corinne erg veel van vogels houdt en dat we wel heel graag de shoebill stork willen zien. Hij rijdt de tweede dag dan ook een flink deel van de route door een gebied met veel vogels en waar deze zeldzame vogel nog wel eens te spotten is, maar helaas, we zien hem weer niet. We zien wel, op weg naar het moerassige gebied, een drietal leeuwen op het pad. Een moeder met twee jongen die op hun dooie akkertje over het pad lopen. De jongen zijn heel speels en dat is heel erg leuk om te zien.kraanvogels In het moerassig gebied komen we een hele vlucht kraanvogels tegen, de nationale vogel van Uganda. Het zijn er echt tientallen. Een paar mannetjes dagen elkaar een beetje uit en dat levert leuke plaatjes op.
‘s Middags wandelen we naar de top van Murchisson Falls. Vanaf hier hebben we echt een heel fraai uitzicht op de beide watervallen. Als we de andere kant uit kijken zien we de Nijl verder stromen en we herkennen makkelijk het punt waar we gisteren met onze boot aangemeerd zijn voordat we terug voeren. Het is heel indrukwekkend om het water naar beneden te zien storten. Dan krijg je echt een groot respect voor de krachten die de natuur kan opbrengen.

maandag 20 augustus 2012

Ziwa Rhino Sanctuary


De eerste stop tijdens onze vakantie in Uganda en Rwanda is Ziwa Rhino Sanctuary. Tijdens de periode Idi Amin is de neushoorn volledig uitgeroeid in Uganda. De laatste is in 1982 of zo gezien. Nu willen ze de neushoorn weer terugbrengen in het wild en daarvoor is dit wildreservaat opgezet. Hier worden neushoorns in het wild beschermd en is er een heel fokprogramma. Er zijn al 6 neushoorns in dit park geboren. De originele dieren zijn geïmporteerd, twee uit Amerika en 4 uit Kenia. Elke neushoorn wordt 24 uur per dag in de gaten gehouden, voornamelijk als bescherming tegen stropers (er wordt de laatste jaren echt ongelooflijk veel op neushoorns gejaagd en de inschatting is dat ze over niet al te lange tijd volledig uitgestorven zullen zijn.

In het park kun je een wandeling naar een paar neushoorns maken om ze op je gemak in het wild te bekijken. Ik hoopte dat er zwarte neushoorns in dit park zouden zijn, want die heb ik nog niet goed in het wild gezien. Maar er zijn alleen witte neushoorns te vinden. Die zijn wat vriendelijker en gemoedelijker dan de zwarte. Daarom kunnen we ook gewoon lopend naar ze toe. Wij hebben ongelooflijk veel geluk, want onze groep bestaat uit maar liefst 5 neushoorns, waarvan de jongste in januari dit jaar geboren is. Onze gids vertelt veel over de dieren en over het park. Hij is duidelijk trots op het project. We lopen in een redelijke boog om de dieren heen en ik voel me echt geen enkel moment bedreigd. Heel apart om op een paar meter afstand van deze dieren gewoon te staan en plaatjes te maken. In Zuid Afrika vond ik ze nog heel bedreigend, maar hier voel ik dat eigenlijk totaal niet.

maandag 13 augustus 2012

Verschillen

Laatst kwamen Brillenvrouw en Kale terug uit Parijs en ik hoorde ze een beetje mopperen dat er tegenwoordig zo veel winkels en zo van allerlei internationale ketens in die stad te vinden zijn, terwijl het vroeger allemaal wat Franser was.

In eerste instantie snapte ik er niet veel van, maar met een beetje google kom je als kater op het internet al snel wat verder. Het komt door de globalisering, kwam ik achter. Daar moest ik natuurlijk eens diep over gaan nadenken (zo vlak voor het slapen) en gelukkig had Kale zijn fiets even in de tuin laten staan. Hij was ook het brood in de fietstassen vergeten maar dat hebben die gekke zus van mij en ik een beetje zitten aanvreten, zodat hij er al snel achter kwam dat hij het beter kon opruimen. Ik had die fietstas nodig als overpeinsplekje, dus die moest wel even leeg zijn.


Toen ik eenmaal lekker zat, heb ik me eens over die globalisering gebogen. Klinkt allemaal heel erg leuk natuurlijk, de hele wereld als je afzetmarkt. Dat is goed geld verdienen, zeker als je uit een wat kleiner land als Nederland komt. Vandaar ook dat de liberalen er natuurlijk helemaal verzot op zijn (net als ik op rauwe broccoli, geen idee uit welk deze komt trouwens). Maar ik had altijd begrepen dat liberalen een broertje dood hebben aan socialisten, o.a. omdat het allemaal zo eenvormig wordt als de socialisten de macht hebben. Toen raakte ik een klein beetje in de war. Want als je nou bijvoorbeeld een tent als Starbucks neemt. Die komt van origine uit Amerika, maar die zie je tegenwoordig overal. Zelfs in landen waar ze van originele veel lekkerder koffie maken dan ze bij Starbucks ooit voor elkaar krijgen (dit heb ik van Brillenvrouw en Kale, want ik drink geen koffie). Dit is maar één voorbeeld van een dergelijk bedrijf dat over de hele wereld uitbreidt. Dat betekent dus volgens mij dat de wereld juist eenvormiger gaat worden, toch? Als je normaal koffie in Madrid of Rome haalde, was dat bij een lokaal café, die totaal niets met elkaar te maken hadden. Maar nu haal je het gewoon bij Starbucks en dat is overal op de wereld hetzelfde. Dus maken de liberalen de wereld ook gewoon eenvormiger, terwijl ze dat nou juist niet leuk vinden aan de socialisten (jaja, ik weet wel dat ze nog heel veel meer niet leuk vinden aan socialisten).

Zouden liberalen dan latent socialisten zijn? (en andersom dan natuurlijk ook)  :)

Op dat punt in mijn denklijn aangekomen zag ik dat die Kale me ontdekt had op mijn peins plek en hij ging wat foto's maken. Voor de sier ben ik even blijven zitten, maar na een paar minuten was ik het wel zat om fotomodel te zijn. Toen ben ik maar uit de tas gekropen en op een tuinstoel gaan liggen slapen.