De afgelopen week was ik voor een vergadering in Montréal, bij ICAO om precies te zijn. We vergaderen daar al een paar jaar om veiligheidseisen op te stellen voor het gebruik van onbemande vliegtuigen. De groep die hier mee bezig is bestaat uit vertegenwoordigers uit tientallen landen, verspreid over de hele wereld.
Ik zal jullie niet met allerlei details over ICAO en over veiligheidseisen vermoeien, maar je kan je voorstellen dat een dergelijke groep tot een kakofonie van meningen en accenten leidt tijdens de vergadering. Internationaal overleg kost daarom ook erg veel tijd. Allereerst moet je gezamenlijk dezelfde taal gaan praten (en dan bedoel ik in dit geval niet het Engels, maar de taal die bij de wereld van onbemande vliegtuigen hoort) en daarna moeten al die meningen langzaam maar zeker tot één uniforme mening omgebogen worden.
Een bij tijd en wijle moeizaam proces, waarbij je het gevoel hebt door dikke modder te moeten waden. Maar het is tegelijkertijd ook boeiend. Het ene moment kabbelt een bespreking rustig voort en wordt er flink vooruitgang geboekt, maar het andere moment is er een heftige woordenstrijd gaande die rustig een dag of wel langer kan duren. Onvermijdelijk allemaal, omdat de eisen nu eenmaal op basis van consensus moeten worden opgesteld. Lullen als Brugman schiet je tijdens deze besprekingen regelmatig door het hoofd.
Deze keer was het zwaar voor me. Allereerst omdat er nog een wat negatieve sfeer van de vorige vergadering hing. Daarbij kwam dat ik halverwege de week snotverkouden werd en nauwelijks meer een stem over had. Het valt niet mee om je standpunt te verdedigen met een piepstemmetje (als er al een stem is). Mijn stem is toch al gevoelig voor langdurig wat harder praten en met zo'n verkoudheid erbij moet ik hem helemaal forceren. Je zal dan ook altijd zien dat juist op dat moment de heftigste discussie plaatsvindt en dan wil ik me toch niet onbetuigd laten. Maar het is uiteindelijk allemaal redelijk goed terecht gekomen en we lijken op hoofdlijnen overeenstemming te hebben over de aanpak van ons deel van de regels. Nu maar hopen dat bij de volgende vergadering de heleboel niet helemaal opnieuw besproken moet worden (ook dat zou niets nieuws zijn).
Na afloop van de vergadering ging is dus hondsberoerd en met een stopverfhoofd het vliegtuig in. Geen prettige manier om te reizen. Zaterdagochtend ben ik na thuiskomst nog even met Corinne mee geweest naar de markt. Niet dat ik heel veel nuttiger was dan de sjouwer van de boodschappen, maar ik heb haar niet in haar eentje laten gaan. Na de markt ben ik mijn bed in gedoken. Joep kroop snel aan mijn voeteneind, die laat zich een buitenkansje om op bed te slapen niet ontnemen. Een paar uur flink geslapen en na het douchen begon ik me zowaar wat beter te voelen.
Zaterdagnacht heb ik als een blok geslapen en lijk ik in ieder geval de jetlag redelijk te boven te zijn. Nu de verkoudheid nog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten